2013.02
Los nummer

2013.02

€ 10
(prijs België)
€ 18
(prijs Europa)
€ 20
(prijs buiten Europa)

Joris Verdin, Een heel programma
Luk Bastiaens, Het orgeldebat in Vlaanderen
Joël Hooybergs, De restauratie/reconstructie van het Bremser- en het Vermeersch-orgel in de Sint-Lambertuskerk te Geel-Bel
François Van der Jeught & Jan Caluwaerts, De orgelbouwer meester baltazar Rutgheerts - een nieuwe biografie
Peter Van de Velde, Het orgelconcerto van Joseph Callaerts
Jean Ferrard/ Guy Bovet, In memoriam Marie-Claire Alain
Stijn Hanssens, In gesprek met Jean-Pierre Draps + werkenlijst
Het Van Bever-orgel in de Sint-Lambertuskerk te Bouvignes-sur-Meuse
Het gerestaureerde orgel van de Sint-Niklaaskerk in Perk-Steenokkerzeel
Een drieklaviersorgel van Oberlinger in de kerk Saint-Nicolas van La Roche-en-Ardenne
Het Van Bever-orgel in de St.-Remykerk te Braine-Le-Château

Bestellen

Samenvatting hoofdartikel(s)


* Joël Hooybergs: De restauratie/reconstructie van het Bremser- en het Vermeersch-orgel in de Sint-Lambertuskerk te Geel-Bel

De Sint-Lambertuskerk in Geel-Bel is thans trotse beheerder van twee orgels: het Bremser-orgel en het Vermeersch koororgel. Het Bremser-orgel is grotendeels gereconstrueerd in de oude 17de-eeuwse orgelkast. De belangrijkste toevoegingen van de 19de eeuw zijn thans ondergebracht in een nieuwe kas van het koororgel, naar een ontwerp van orgelontwerper Jef Braekmans.
De reconstructie van het Blasius Bremser-orgel is in ruime mate geïnspireerd op het orgel van zijn vader Jan Bremser, gebouwd in 1646 voor de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Aarschot. Dit uitzonderlijk goed bewaard instrument was al eerder voorwerp van een eerdere reconstructie van een Blasius Bremser-orgel voor de kapel Elzenveld (1675) te Antwerpen, eveneens uitgevoerd door de Manufacture d'orgues Thomas uit Ster-Francorchamps in 207. Actueel zijn er drie gerestaureerde Bremser-orgels in Vlaanderen, waarvan Geel-Bel het meest recente is.
Het Bremser-orgel bevat 19 registers, 11 op het hoofdwerk en 8 op het positief. Het koororgel, gebouwd met de bewaarde elementen van Vermeersch, bevat 7 spelen.

* François Van der Jeught & Jan Caluwaerts: De orgelbouwer meester Baltazar Rutgheerts - een nieuwe biografie

In het tijdschrift De Praestant uit 1966 verscheen van Trudo J. Gerits de meest uitgebreide studie over de orgelbouwer Baltazar Rutgheerts, waarvan een synthese in 1972 verscheen in het Nationaal Biografisch Woordenboek. De biografie van Rutgheerts bleef echter zeer beperkt. Dankzij nieuwe genealogische opzoekingen in het Mechelse Stadsarchief en het Algemeen Rijksarchief, kon voor het eerst het leven van deze gerenommeerde orgelbouwer en van zijn gezin uitgebreid getekend worden. Baltazar Rutgheerts werd vermoedelijk in Lier geboren ca. 1543, als zoon van Pieter Rutgheerts alias Calff en Cathelijne Dueckels. Pas in 1569 zou zijn vader hem wettigen. In 1556 en 1557 woonde hij in Antwerpen bij zijn oom Gillis Brebos, de bekende orgelbouwer. In 1567 vertrok hij - ongetwijfeld als organist - in dienst van Magareta van Parma (1522-1586) naar Italië. Hij keerde pas terug naar de Nederlanden in 1586, in dienst van Alexander Farnese (1545-1592). Rutgheerts kreeg de functie van burggraaf van Lingen. In 1589-1591 woonde hij in Brussel waar hij Hester van den Dijcke huwde, bij wie hij zeker vijf kinderen had: een zoon en vier dochters. In 1597 woonde hij in Lier en was hij drossaard van Berlaar. Omstreeks 1600 vestigde hij zich in Mechelen, waar hij spoedig heel wat contacten had, o.a. met hoge Spaanse militairen en waar hij in 1611 in de Peperstraat (nu de Kan. de Deckerstraat) een huis kocht, dat nog bestaat. De activiteiten van Rutgheerts als orgelbouwer en –hersteller zijn pas vanaf 1603 goed gedocumenteerd. Daarnaast had hij inkomsten als oppertoezichter van het ruimen van de rivieren van de stad Mechelen vanaf midden 1601 tot in 1614. Rutgheerts was vrij gegoed en verwierf verschillende bezittingen in Mechelen waar hij overleed in 1620. Kortom, de nieuwe genealogische opzoekingen geven ons vandaag over meester Baltasar Rutgheers een beeld van een heel gevarieerd en veelzijdig leven, natuurlijk als orgelbouwer, maar ook als organist en vertrouweling in dienst van landvoogdes Margareta van Parma, nadien van haar zoon Alexander Farnese, als burggraaf en drossaard, als ambtenaar in dienst van de Stad Mechelen, én als vertrouwenspersoon met status en aanzien.

In het tijdschrift De Praestant uit 1966 verscheen van Trudo J. Gerits de meest uitgebreide studie over de orgelbouwer Baltazar Rutgheerts, waarvan een synthese in 1972 verscheen in het Nationaal Biografisch Woordenboek. De biografie van Rutgheerts bleef echter zeer beperkt. Dankzij nieuwe genealogische opzoekingen in het Mechelse Stadsarchief en het Algemeen Rijksarchief, kon voor het eerst het leven van deze gerenommeerde orgelbouwer en van zijn gezin uitgebreid getekend worden. Baltazar Rutgheerts werd vermoedelijk in Lier geboren ca. 1543, als zoon van Pieter Rutgheerts alias Calff en Cathelijne Dueckels. Pas in 1569 zou zijn vader hem wettigen. In 1556 en 1557 woonde hij in Antwerpen bij zijn oom Gillis Brebos, de bekende orgelbouwer. In 1567 vertrok hij - ongetwijfeld als organist - in dienst van Magareta van Parma (1522-1586) naar Italië. Hij keerde pas terug naar de Nederlanden in 1586, in dienst van Alexander Farnese (1545-1592). Rutgheerts kreeg de functie van burggraaf van Lingen. In 1589-1591 woonde hij in Brussel waar hij Hester van den Dijcke huwde, bij wie hij zeker vijf kinderen had: een zoon en vier dochters. In 1597 woonde hij in Lier en was hij drossaard van Berlaar. Omstreeks 1600 vestigde hij zich in Mechelen, waar hij spoedig heel wat contacten had, o.a. met hoge Spaanse militairen en waar hij in 1611 in de Peperstraat (nu de Kan. de Deckerstraat) een huis kocht, dat nog bestaat. De activiteiten van Rutgheerts als orgelbouwer en –hersteller zijn pas vanaf 1603 goed gedocumenteerd. Daarnaast had hij inkomsten als oppertoezichter van het ruimen van de rivieren van de stad Mechelen vanaf midden 1601 tot in 1614. Rutgheerts was vrij gegoed en verwierf verschillende bezittingen in Mechelen waar hij overleed in 1620. Kortom, de nieuwe genealogische opzoekingen geven ons vandaag over meester Baltasar Rutgheers een beeld van een heel gevarieerd en veelzijdig leven, natuurlijk als orgelbouwer, maar ook als organist en vertrouweling in dienst van landvoogdes Margareta van Parma, nadien van haar zoon Alexander Farnese, als burggraaf en drossaard, als ambtenaar in dienst van de Stad Mechelen, én als vertrouwenspersoon met status en aanzien.