Mark Janssens, Mystiek met twee vingers
Luk Bastiaens, Het orgeldebat in Vlaanderen (2)
Anna Rusakova, De geschiedenis van de Russische orgelcultuur
Jan Van Mol, De Witheren in de Kempen en hun orgels
Wilfried Praet, Het Aristide Cavaillé-Coll-orgel (1856) van de Gentse Sint-Niklaaskerk 'gelift'
Ondanks een rijke muziektraditie behoort Rusland niet tot de klassieke orgellanden, aanvankelijk omdat de orthodoxe kerk het gebruik van instrumenten tijdens de liturgie niet toeliet, later omdat alle religie door de Sovjets onderdrukt werd. Hierdoor werd het orgel oorspronkelijk enkel voor ontspanning en later voor concerten gebruikt, en dan nog uitsluitend in Moskou en Sint-Petersburg.
In de tweede helft van de 20e eeuw komt hier geleidelijk aan verandering in en na het openen van de grenzen in 1991 neemt het aantal orgels en organisten verder toe. In dit artikel proberen we een overzicht te geven van de geschiedenis van het orgel in Rusland, we bespreken een aantal belangrijke organisten, orgelcomponisten, orgels en orgelscholen en geven een overzicht van de belangrijkste tendensen en nieuwe orgels.
De drie Kempisch norbertijnenabdijen (Averbode, Postel, Tongerlo) hebben een grote invloed gehad op de economische en culturele ontwikkeling van de regio. De abdijen hadden al orgels in de 15de eeuw orgels. De parochies die door hen werden bestuurd, deelden in die trend en kregen eerder een orgel dan de gewone dorpskerken.
De abdij van Averbode heeft een orgel van Hipolyte Loret (1861, IV/P) is één van de belangrijkste Belgische realisaties naast het Schijven – orgel van de Antwerpse kathedraal. Het is echter al lange tijd buiten gebruik. In 1485 bouwde Jan Van Gemert een orgel dat in 1499 werd gerepareerd door Jan II van Aren na een brand.In 1517 bouwde Willem Boets een nieuw orgel dat verschillende keren werd aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen: in 1530 en 1540 door Anthonis Toers. Herstellingen gebeurden door Martin Posselius (1609/12), Jan Dillingen (1624) en Jan van Weert (1632-37). In 1562 kreeg Giles Brebos de opdracht het orgel om te bouwen naar dat van de Antwerpse kathedraal. In 1772 bouwde Guillaume Robustelly in de nieuwe kerk een monumentaal orgel (IV/Pa) dat echter in de nasleep van de Franse Revolutie verkocht werd aan de kerk van Helmond waar het zich nog altijd bevindt.Er was ook een klein orgel aanwezig waaraan Jan van Weert reparaties uitvoerde. In 1662 bouwde Jan Dekens een klein orgel van één manuaal. Dit werd in 1708 hersteld door Christian Penceler. Na het herstel van het kloosterleven in 1834 kreeg Arnold Graindorge, die ook betrokken was geweest bij de verplaatsing van het Robustelly – orgel naar Helmond, de opdracht een klein hulporgel te leveren. De iconografie uit die tijd (Génisson) stelt ons voor raadsels. Het zou kunnen dat hier de oude kast van Jan Dekens te zien is.
De abdij van Tongerlo heeft een orgel van Johannes Klais uit 1933 (IV/P). Dit kwam er na de brand van 1929 waarin een kleiner Klais – orgel uit 1902 beschadigd werd. In de 19de eeuw beschikte de abdij slechts over een klein orgel van J.J. Delhaye (1843) dat later onder handen werd genomen door Merklin-Schütze (1856), Ruef (1864) en Drijvers. In 1533 bouwde Jan van Liere een nieuw orgel naar dat van Meerhout: een belangrijke stap in de ontwikkeling van het Brabantse orgel. Hans Goltfuss vernieuwde dit orgel in 1642 na een periode van leegstand. Er was nog herstelwerk door Christian Penceler (1708-26) maar in de Franse Revolutie ging dit orgel verloren, samen met het kleine orgel.In 1543 bouwde Hendrik Niehoff een klein orgel voor het koordoksaal. Dat wordt in 1616 aangepast door Jan Van Weert.
De abdij van Postel bezit als enige van de drie haar oude orgelkast uit het begin van de 18de eeuw. Van de orgelgeschiedenis kunnen de bronnen ons echter nagenoeg geen concrete inlichtingen geven. In 1871 bouwde Leonard Drijvers een romantisch instrument in de oude kast. Dit werd in 1973 vervangen door neobarok orgel (Pels – Herselt III/P).
Van de Antwerpse Sint-Michielsabdij, moederabdij van Averbode en Tongerlo, weten we alleen dat ze een belangrijke muzikale activiteit ontplooide. Dit kon tot nog toe niet worden geconcretiseerd met de naam van een orgelbouwer.