2012.03
Los nummer

2012.03

€ 10
(prijs België)
€ 18
(prijs Europa)
€ 20
(prijs buiten Europa)

Luc Ponet, [Editoriaal] We kunnen niet langer meer doen alsof
Luk Bastiaens, Het Rochet-orgel van de Sint-Pieterskerk te Wezembeek-Oppem gerestaureerd
Bruno Bruyninckx, Het gerestaureerde Smet-orgel van de Sint-Laurentiuskerk in Molenbeek
Annelies Focquaert, Aspecten van Lemmens' leven in Engeland (II): de roep van de provincie
Stijn Hanssens, Raymond Moulaert (1875-1962): een vergeten orgelcomponist?
Joël Hooybergs, [Bij de frontpagina] Het Penceler-orgel (1715) van de Sint-Amanduskerk te Geel
Luk Bastiaens, Het Smet-Penceler-orgel van de Sint-Martinuskerk te Tessenderlo
Jan Vermeire, Het orgel van de Onze-Lieve-Vrouw ter Duinenkerk te Koksijde

Bestellen

Samenvatting hoofdartikel(s)

Annelies Focquaert: Aspecten van Lemmens' leven in Engeland (II): de roep van de provincie

In dit tweede artikel over het leven dat Lemmens leidde in Engeland, wordt dieper ingegaan op zijn concertreizen in de provincie (1859-1868), zijn rol als pionier van het harmonium, zijn commerciële ondernemingen in Engeland en investeringen in België, zijn familieleven in Londen, met tot slot het overzicht van zijn concertleven in Londen en de provincie (1869-1878) en een korte blik op zijn terugkeer naar België.
Het grote aantal concerten dat naar boven kwam bij dit onderzoek, toont aan hoe belangrijk dit luik was in zijn leven: er werd een puzzel van in totaal ca. 280 concerten bijeengelegd. Lemmens was er solist op harmonium, piano of orgel, begeleider of artistiek directeur - of alles tegelijk. Die concerten waren niet alleen gespreid over een periode die heel wat langer is dan de tien jaren die in de meeste biografieën vermeld worden, maar ook over een groot geografisch oppervlak dat zich uitstrekte tot in Ierland, Schotland en Wales. In verschillende steden kwam de wisselende groep topmusici rond Jacques-Nicolas en Helen Lemmens-Sherrington jaarlijks langs om de best mogelijke muziek op zo'n hoog mogelijk niveau te geven. Met hun arrangementen van opera's, oratoria of operettes - Faust, Mendelssohn, Wagner, Bach - voor een beperkte bezetting, of met hun 'ballad concerts' en 'miscellaneous selections', maakten ze vele werken voor een breed en zeer enthoesiast publiek toegankelijk. De combinatie van al hun verschillende talenten (muzikale, artistieke, organisatorische en commerciële) maakte van deze tournees een goudmijn voor de organisatoren en de musici, en het echtpaar Lemmens-Sherrington werd een 'winning team'.
Toch valt op dat Lemmens bijna uitsluitend harmonium speelde: van de ca. 280 concerten zijn er maar ongeveer 30 waarbij hij als organist optrad. Hij was vooral bekend als 'apostle of the harmonium' en de introductie van het Mustel-harmonium in Engeland is voor een groot deel op zijn conto te schrijven.
Lemmens investeerde veel van zijn nieuw verworven geld in de aankoop van gronden in zijn Kempische geboortestreek en werd zo een ware grootgrondbezitter. Als een echte Victoriaanse ondernemer probeerde hij ook 'big business' op touw te zetten, zoals een grote harmoniumfabriek of een boterhandel. Wat hem uiteindelijk in 1878 naar België deed terugkeren om een school voor kerkmuziek te stichten in Mechelen, is voer voor een nieuw artikel, maar het is duidelijk dat de katholieke kerkmuziek als een rode draad door zijn leven bleef lopen, ook in een protestants land als Engeland.
Blijft de vraag waarom dit Engelse luik tot nu toe zo onderbelicht is gebleven. Het is mogelijk dat biograaf Duclos de vele concerten met wereldse muziek niet teveel aandacht heeft willen geven en met de mantel der liefde heeft bedekt: het paste wellicht niet bij het verheven beeld van de kerkmusicus-organist die zijn leven ten dienste stelt van de kerkmuziek. Toch tonen deze nieuwe aspecten in zijn biografie dat Lemmens een nog veelzijdiger musicus was dan dit beperkende beeld: hij was niet alleen organist en kerkmusicus, maar ook componist, harmoniumspeler, pianist, organisator en drijvende kracht.