2025.03
Los nummer

2025.03

€ 15
(prijs België)
€ 22
(prijs Europa)
€ 30
(prijs buiten Europa)

Herman Roelstraete (1925-1985)
Orgelmaker Joannes Beerens (1742-1808)
Het gerestaureerde Clerinx-orgel in Heers (1887)
Ontwikkelingen in het restauratiebeleid — 6. Duitsland
Reacties op eerdere bijdragen
Recensies | Orgelconcertenagenda | Overzicht inhoud internationale orgeltijdschriften

Bestellen

Een genereuze musicus: Herman Roelstraete herdacht
“Kunst is zijn werk, zijn werk is zijn hobby, zijn hobby is zijn kunst”.

Herman Roelstraete (1925–1985) was een Vlaamse componist, organist en musicoloog met een grote passie voor het orgel. Hij studeerde bij grote namen als Flor Peeters en Paul de Maleingrau, en liet een veelzijdig oeuvre van ca. 160 opusnummers na. Zijn werk voor orgel is omvangrijk en stilistisch rijk, met vijf grote orgelsonates, drie modale fantasieën en meerdere sonatines, vaak opgebouwd rond barokke vormen en oude kerkmodi. Zijn muziek is helder van structuur, contrapuntisch verfijnd en vaak meditatief of sacraal van sfeer, met invloeden van gregoriaans, barok en neoclassicisme, maar ook moderne modaliteit en polytonaliteit. Roelstraete beschouwde het orgel als een spiritueel instrument en bespeelde én herwaardeerde vele historische orgels, met bijzondere aandacht voor Vlaamse orgelbouwers als de familie Anneessens. Hij componeerde niet alleen voor concertgebruik, maar ook toegankelijke werken voor liturgische praktijk. Zijn orgeloeuvre geldt als een belangrijk onderdeel van het Vlaamse orgelrepertoire. Na zijn dood werden zijn werken zorgvuldig gecatalogiseerd en deels uitgegeven, onder andere via Musica Flandrorum.
_________________________________________

Joannes Beerens, orgelmaker in Weert (NL)

Joannes Beerens (1742–1808) was een bekwame orgelmaker, vermoedelijk opgeleid bij de gerenommeerde familie Verbuecken in Geel. Zijn werk sluit aan bij de Kempische baroktraditie, hoewel hij zelf weinig vernieuwing bracht, wat te verklaren is door zijn conservatieve werkmilieu en de politieke onrust van zijn tijd. Hij bouwde aanvankelijk orgels in de regio ten zuiden van Weert, maar moest zijn werkgebied uitbreiden naar onder andere Roermond, Hoogstraten en Oss naarmate het aantal opdrachten afnam, mede door de opheffing van kloosters en de Franse bezetting. Zijn oeuvre bestaat grotendeels uit reparaties en overplaatsingen van bestaande orgels. Slechts enkele instrumenten — zoals in Eversel en Wolfsdonk — worden nog aan hem toegeschreven, zij het zonder sluitend bewijs. Zijn werk getuigt van kwaliteit en verzorgd vakmanschap, onder meer in samenwerking met timmerman Petrus Verschueren. Na zijn dood zetten de orgelmakers van de familie Vermeulen zijn traditie voort in Weert, tot aan het einde van de 20ste eeuw.